maandag 4 juli 2016

Een E-bike voor woon-werkverkeer. Episode 4: evaluatie jaar 1.

[leestip: lees ook de eerdere episoden 1,2 en 3.]

Sinds juli vorig jaar is er gereden met een e-bike van Renkum naar Arnhem, dagelijks voor 4 dagen per week als snellere verbinding ten opzichte van de bus en nog wat lichaamsbeweging. De geschatte terugverdientijd werd op 4 jaar geschat en het is nu tijd om de balans van het eerste jaar op te maken.

Sinds de laatste update in december is er veel gefietst; in totaal 6.379 km! 

Het was een zachte winter en alleen door vakanties werd er niet gefietst. In 92 % van de werkdagen werd er gefietst en de bus werd vooral in de eerste maand genomen, omdat de fiets nog niet goed afgesteld was en een paar keer terug ging naar de fietsenmaker. 

Aan energie werd er 52,65 kWh verbruikt met fietsen en stilstaan aan de laadstroom, dat is 0,83 kWh per 100 km. De totale elektriciteitskosten waren € 11,21 oftewel € 0,18 per 100 km. De dip in het verbruik in de winter is veroorzaakt doordat de rijdster koos voor minder ondersteuning, om meer conditie op te bouwen. Het slechte weer is maar beperkt van invloed op het elektriciteitsverbruik. 

De kosten in het eerste jaar vallen mee omdat we sinds februari zelf het reguliere onderhoud zijn gaan doen. Elke 1.000 km begint de fietscomputer te piepen voor een beurt van € 75,- en de reparaties waren niet naar onze wens. De vervangen remblokken waren na 1 maand weer 'versleten'; gewoon slecht afgesteld dus. Het kost even wat zoek werk op YouTube, maar alles wordt uitgelegd tegenwoordig en als je weekelijks de ketting en tandwielen even schoonmaakt en smeert scheelt dit een set tandwielen per jaar. 



Het gebruikte technische materiaal is niet zo sterk, maar het slijt voornamelijk van de incidentele valpartij of botsing die je meemaakt. Voornamelijk door het eigen onderhoud komt de terugverdientijd richting de 2 jaar, echter als er tandwielen en een trapas vervangen gaan worden dan zal dit wel teruglopen naar circa 3 jaar. Een voordeel is verder de oplopende OV-kosten per 1 januari 2016 en dat haar werkgever alsnog een bijdrage in de aanschafkosten heeft gedaan. 

Het fietsen op zich bevalt de rijdster prima; ze gebruikt van beschikbare 24 versnellingen er maar 3, de hoogste en vooral ook omdat dan het kleinste tandwiel niet te hard slijt. Maar voor woon-werkverkeer met heuvelachtig terrein zijn geen 3 voorbladen nodig; gewoon 7 versnellingen is prima.
Haar regenpak is wel versleten; de huidige stortbuien en 18 km eisen goede regenkleding tijdens de circa 50 minuten reistijd die ze heeft i.t.t. de 180 minuten met de bus. 

Voor een voorspoedige rit is de route via het buitengebied het beste; weinig stopmomenten en minder verkeer dan via het stedelijke gebied. Alleen bij vorst kan dit niet omdat deze buitenwegen niet gestrooid worden. Op de terugweg in de zomer moet ze wel eens wachten voor overstekende koeien.

Haar conditie houdt ze niet op peil door het fietsen; de ondersteuning is dermate dat het alleen bij pedaalomwentelingen blijft. Een veel lagere ondersteuning verlengt haar reistijd tot ruim boven een uur, wat niet gewenst is. De drukte en het niet uitkijken van medeweggebruikers is haar tegengevallen; elke dag maakt ze een bijna-ongeluk mee en overweegt om alsnog een helm te gaan dragen.


We zijn benieuwd hoe het het volgende half jaar vergaat.



dinsdag 29 maart 2016

Meten is weten: 60 % minder elektraverbruik door lichtscan in huis.


Hoeveel lampen heeft u in huis en wat voor lampen allemaal? Om dit te weten te komen doe je een lichtinventarisatie: wat voor lamp is het en hoe vaak is deze aan?

Onze zoektocht in en rondom het huis leverde maar liefst 41 lichtpunten op. Door diverse verhuizingen in bijna 20 jaar zijn armaturen en lampen in huis gekomen en ook van locatie verwisseld (bijvoorbeeld als een andere stuk was in het weekend). Dit leverde een mooi verscheidenheid aan lampen op: 21 gloeilampen, 9 spaarlampen, 7 halogeenlampen, 2 TL-lamen en nog wat klein speciaal spul. De ene ledlamp die we van de Postcodeloterij hadden gekregen was pas gesneuveld.

Om het overzicht te krijgen in ons lichtverbruik hebben we ingeschat hoeveel tijd elke lamp jaarlijks gebruikt wordt; het totale elktraverbruik is circa 3.300 kWh per jaar en het lichtverbruik komt uit op 741 kWh.


Opvallend was het hoge verbruik in de slaap/studeer/werkkamers; hier bleken geen spaarlampen (meer) te zijn, maar gloeilampen en halogeenlampen; doordat kapotte lampen werden vervangen door lampen die we nog hadden liggen (hergebruik).

Naast het verbruik werd ook de jaarlijkse afschrijving van de huidige lamp meegenomen: een gloeilamp kost maar € 1,50, maar heeft maar 1.500 branduren, terwijl een ledlamp >15.000 uren brand met een aanschafprijs van € 7 - € 12,50, afhankelijk van de grootte (Watts). In de oude situatie kwamen we op totale lichtkosten van € 180,62 per jaar.


Op basis van het overzicht met huidige kosten en kosten bij vervanging door ledlampen, bleek dat als we 9 gloei- en halogeenlampen zouden vervangen door ledlampen we (op papier) 60 % minder kWh zouden gaan verbruiken, zonder onze leefstijl aan te passen. Het jaarbruik zal gaan dalen naar 296 kWh en dat scheelt ook € 103,65 in totale kosten (57 %). De terugverdientijd van de nieuwe aankoop bedraagt dan maar negen maanden.


Uit het nieuwe overzicht komt naar voren dat de kamer en de keuken nu een veel groter deel van de lichtkosten voor haar rekening nemen; hier zitten allemaal (nog) spaarlampen. Als er een lamp stuk gaat zullen we waarschijnlijk een ledlamp kopen en als er een vergelijkbare spaarlamp is die meer uren maakt deze omwisselen met de gekochte ledlamp.

Of ook daadwerkelijk de beoogde besparing gehaald wordt hangt af van het gebruik in de toekomst; dit is moeilijk te meten omdat er ook andere elektrische apparaten zijn of je moet allemaal aparte meters installeren.

2SPACE.NET